Naast cabernet sauvignon ook wel bekend als Bordeaux’ ‘andere’ rode druif. Daar wordt hij vaak gebruikt om de soms stugge cabernet sauvignon in de Médoc wat te vermurwen. Maar ‘geen eigen karakter’ was het grote verwijt dat hem werd gemaakt. Tot bleek dat hij in zijn eentje tot prachtige dingen in staat was, vooral in Saint-Emilion en Pomerol.
In laatst genoemde gebied trekt hij zelfs een lange neus. Vanuit Pétrus, waar met louter merlot de meest kostbare rode wijn, en volgens fans ook beste rode wijn, ter wereld wordt gemaakt. Ook elders heeft hij vaste grond onder de voeten gekregen. Vooral in Californië waar binnen twintig jaar het wijngaardareaal groeide van 800 hectare naar ruim boven 20 000. Ook in Australië, Italië, Chili, Zuid-Afrika, Nieuw-Zeeland en, veel dichter bij huis, in het zuiden van Frankrijk, voelt hij zich goed.
En hij kan er dan dito wijnen opleveren. Tenminste, voor wijnmakers die hun best doen. Want wordt hij slordig behandeld dan is het een draak. Die slap, wee, soms groen en onrijp sap uitspuwt. Op zijn best echter maakt hij zijn status als lid van het Superkwintet helemaal waar.
In het simpelste geval zorgt hij voor sappige wijnen met direct fruit waarin pruimen, aardbeien, bramen en kersen ontdekt kunnen worden. Een onvervreemdbaar karaktertrekje zoals bij cabernet sauvignon (zwarte bessen) is er niet dus een groot deel van de fruitschaal kan zomaar acte de présence geven. Vervolgens kunnen je smaakpapillen verder aan de slag met specerijen zoals kaneel en kruidnagels. En met truffels, tabak, laurier, wild, chocola, koffie en geroosterde nootjes. Je zou bijna kunnen stellen: merlot is eten en drinken tegelijkertijd.
Populaire donkere druif uit BORDEAUX. Laatst vond ik zelfs merlotbordeaux in een BOURGOGNE-kelder! Dat had ik nou nooit gedacht. Zo dol zijn de twee beroemde B’s niet op elkaar. ‘Is dat nou echt zo lekker?’ vroeg ik. Want de bordeaux was een kist Pétrus. Pétrus, de compleet onbetaalbare allerduurste bordeaux, een POMEROL die van iedereen 100 PUNTEN krijgt omdat ze niet meer kunnen geven en geroemd wordt om z’n fantastische concentratie en kleur en alles. ‘Tsja, ik heb het ook maar gekregen,’ verontschuldigde mijn bourgogneboer zich. ‘Het is inderdaad enorm geconcentreerd. Ik doe er altijd wat mineraalwater bij, dan wordt hij wat drinkbaarder.’
Vandaar dat ik de bourgogneboer maar anoniem heb gelaten, anders wordt hij nog gelyncht door de merlotmaffia. Want Pétrus is merlot. Puur, of in ieder geval zo goed als. Heel apart eigenlijk, dat de wijn zo beroemd is. Want in de MÉDOC, het Mekka van Bordeaux, bungelt merlot er maar zo’n beetje bij. Al overheerst in Pomerol en verderop in ST-ÉMILION de merlot, in de Médoc, dus in Bordeaux dus in de wereld, is CABERNET SAUVIGNON de superster.
Maar je hebt blijkbaar ook merlotfans. Dol op Pétrus en lookalikes van overal voor bijna net zoveel geld. Je komt geen proefverslag van modieuze ‘topwijnen’ tegen of er zit wel een Californische, Toscaanse of Waardanookse supermerlot-met-nieuw-hout bij.
Je herkent merlot aan z’n donkere kleur en donkere geur. Fruit- geur van bramen en pruimen, maar ook van andere duistere zaken als leer en drop. De reden dat merlot zo populair is, vertelt de OXFORD wat hooghartig, is dan ook niet z’n verfijnde geur en smaak, maar het feit dat-ie zo ‘smooth’ is. Merlot is ‘cabernet without the pain’. Wel een bekvol wijn, maar niet al die bitters en tannine van cabernet sauvignon. Zo wordt merlot trouwens ook gebruikt in Bordeaux, als de mollige bekleding van het skelet cabernet. Hij is een kind van cabernet franc, en zo verwant aan cabernet sauvignon, carmenère en cot beter bekend als malbec. wordt al in 1784 genoemd als goede bordeauxdruif. Tegenwoordig groeit hij zo ongeveer overal.